
Jurisprudentie
AN1352
Datum uitspraak2003-10-29
Datum gepubliceerd2003-10-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersRolnummer 0200418
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-10-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersRolnummer 0200418
Statusgepubliceerd
Indicatie
Op grond van een en ander, in onderling verband en samenhang beschouwd, is Groenrijk gehouden bedoeld bedrag, te vermeerderen met de daarover verschuldigde BTW, aan Triangle te voldoen. Daarbij tekent het hof aan dat het er niet toe doet wie als eigenaar van de herstelde walbeschoeiing heeft te gelden. Groenrijk heeft immers, getuige het faxbericht d.d. 18-01-2000 (..) en hetgeen vervolgens telefonisch met hem is overeengekomen (..) uitdrukkelijk en zonder (nader) voorbehoud betaling van de herstelkosten aan Triangle toegezegd.
Uitspraak
Arrest d.d. 29 oktober 2003
Rolnummer 0200418
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Hoveniersbedrijf Groenrijk Rob de Tuinman B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Groenrijk,
procureur: mr J.V. van Ophem,
tegen
Triangle Management B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Triangle,
procureur: mr H.N.M.M. van Wilgenburg .
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 27 augustus 2002 door de sector kanton van de rechtbank te Groningen, locatie Winschoten, verder aan de duiden als de kantonrechter.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 23 september 2002 is door Groenrijk hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Triangle tegen de zitting van 2 oktober 2002.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"het vonnis van de Rechtbank te Groningen, afdeling kanton Winschoten d.d. 27 augustus 2002 te vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, niet ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen, althans deze af te wijzen, met veroordeling van Triangle tot betaling aan Groenrijk van de kosten van beide instanties."
Bij memorie van antwoord is door Triangle verweer gevoerd met als conclusie:
"Hoveniersbedrijf Groenrijk Rob de Tuinman in zijn hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren, althans haar het gevorderde te ontzeggen, met veroordeling van Hoveniersbedrijf Groenrijk Rob de Tuinman ook in de kosten van het hoger beroep."
Voorts heeft ieder der partijen nog twee aktes genomen.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest. In het dossier van Groenrijk ontbreken de producties zoals deze in eerste aanleg door Triangle zijn overgelegd bij conclusie van repliek.
De grieven
Door Groenrijk zijn de volgende grieven opgeworpen:
"Ten onrechte overweegt de Kantonrechter dat Groenrijk er, gezien de gang van zaken rond de "goedkeuring"van de reparatie, geen ruimte en belang meer bij heeft de deugdelijkheid van de reparatie te betwisten, behalve dan om aan betaling te ontkomen."
"Ten onrechte heeft de Kantonrechter Groenrijk veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, rente, incassokosten en de kosten van het geding."
De beoordeling
1. Tegen de vaststaande feiten als weergegeven onder de eerste overweging van het beroepen vonnis is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
2. De beide grieven leggen het geschil voor het overige in volle omvang ter beoordeling aan het hof voor en zullen daarom gezamenlijk worden behandeld.
3. In hoger beroep zijn de onder de feiten genoemde kosten van herstel nader door Oranjewoud (ad hfl 7.700,--) gespecificeerd (productie bij memorie van antwoord). Nu deze specificatie door Groenrijk niet is betwist, moet van de juistheid van die specificatie worden uitgegaan.
4. Triangle heeft in hoger beroep voorts gemotiveerd gesteld (zie de akte van 28 mei 2003 en de daarbij overgelegde productie) dat Oranjewoud haar voor het herstel van de beschoeiing, conform de offerte (prod. I bij conclusie van repliek in eerste aanleg) en conform de hiervoor bedoelde specificatie een bedrag groot hfl 7.700,-- (ex. BTW) in rekening heeft gebracht, welk bedrag door Triangle is voldaan. Groenrijk heeft deze stelling niet betwist, zodat ze eveneens als vaststaand heeft te gelden.
5. Op grond van een en ander, in onderling verband en samenhang beschouwd, is Groenrijk gehouden bedoeld bedrag, te vermeerderen met de daarover verschuldigde BTW, aan Triangle te voldoen. Daarbij tekent het hof aan dat het er niet toe doet wie als eigenaar van de herstelde walbeschoeiing heeft te gelden. Groenrijk heeft immers, getuige het faxbericht d.d. 18-01-2000 (prod. II bij de conclusie van repliek in eerste aanleg) en hetgeen vervolgens telefonisch met hem is overeengekomen (zie prod. III bij de conclusie van repliek in eerste aanleg) uitdrukkelijk en zonder (nader) voorbehoud betaling van de herstelkosten aan Triangle toegezegd.
6. De grieven treffen derhalve geen doel.
Slotsom
7. Het beroepen vonnis zal worden bekrachtigd. Groenrijk zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.
Beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis van 27 augustus 2002, waarvan beroep;
veroordeelt Groenrijk in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Triangle begroot op € 193,-- aan verschotten en op € 817,50 aan salaris voor de procureur.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Meijeringh en Kuiper, raden, en uitgesproken door mr Mollema, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Mellink als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 29 oktober 2003.